Veelgestelde vragen

Onderstaand vind je een overzicht van veelgestelde vragen. Gerubriceerd naar: chauffeur, ondernemer, voertuig en overig. Kun je geen antwoord vinden op jouw vraag neem dan contact met ons op. Klik hier voor de contact pagina.

Chauffeur

Geldt er een CAO?

Ja. Ondernemersvereniging KNV sluit samen met vakbonden FNV en CNV een CAO af. Deze wordt door het ministerie van SZW algemeen verbindend verklaard. Dus de CAO geldt niet alleen voor leden van KNV, maar voor alle taxibedrijven en werknemers in de taxibranche. De tekst van de CAO is terug te vinden door hier te klikken.

Kun je als zzp’er zonder taxivergunning werken?

Dat kan. In de zin dat je je als taxichauffeur kunt verhuren aan een taxibedrijf. Je rijdt dan voor rekening en risico van het taxibedrijf dat jou inhuurt. Denk wel aan eventuele fiscale aspecten. Immers, als je maar één opdrachtgever hebt, kan het zo zijn dat de Belastingdienst van mening is dat er sprake is van een verkapt loondienstverband. Verdiep je hier goed in en kijk ook eens op de site van de Belastingdienst.

Wat is er nodig om taxichauffeur te worden?

Een medische verklaring van een daartoe bevoegde arts, die aangeeft dat er geen medische beperkingen zijn, een Verklaring omtrent Gedrag (VOG), een geldig rijbewijs en het chauffeursdiploma taxi. Hiermee kun je bij Kiwa Register een chauffeurskaart aanvragen.

Kan ik als taxichauffeur qua uren net zoveel werken als ik zelf wil?

Nee, dat kan niet. Je hebt in Nederland te maken met de regels uit het Arbeidstijdenbesluit vervoer (Atbv). Bekijk de inhoud daarvan eens goed via deze site.

Kan ik mijn pauze op een taxistandplaats genieten?

Nee dat mag formeel niet. Een taxistandplaats is een plek waar je je als chauffeur of ondernemer aanbiedt aan de klant voor werk (je staat te wachten op werk). De klant moet dus elk moment in kunnen stappen en kan elke taxi uit de rij nemen. Je zult je pauze dus elders moeten nemen. En denk er aan, dat je de BCT ook in de arbeidsmodus hebt staan. Meer informatie is terug te vinden op de site van ILT, of door hier te klikken.

Ik ben een zelfstandige chauffeur en moet voldoen aan de wekelijkse rust. Maar hoe moet ik tellen?

Voor een zelfstandige chauffeur geldt: “In iedere periode van 14 x 24 uur minimaal 72 uur rust. Dat mag gesplitst worden in blokken, van minimaal 24 uur aaneengesloten”.

Voorbeeld: kan ik een periode van 14 dagen beginnen met 3 dagen rust, dan 11 dagen weken, vervolgens begint de 2e reeks van 14 dagen, die ik afsluit met 3 dagen rust ? M.a.w. ik werk 22 dagen aaneengesloten.
Nee, dit kan niet. De berekening van de periode van 14 dagen start aan het einde van de eerste 3 dagen rust. Vervolgens moet binnen de komende 14 dagen die 72 uur wekelijkse rust liggen.

Moet ik na 5,5 uur werken een pauze nemen?

We horen geregeld in de branche dat men denkt dat precies na 5,5 uur werken een pauze genoten moet worden. Dat is niet het geval.

De letterlijk tekst van het artikel in de wet is (het Atbv verwijst naar het ATW (artikel 5:4 ATW)):
De werkgever organiseert de arbeid van een werknemer van 18 jaar of ouder zodanig, dat indien hij:
a. meer dan 5,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid wordt onderbroken door een pauze van ten minste 30 minuten, die kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten;
b. meer dan 10 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid wordt onderbroken door een pauze van ten minste 45 minuten, die kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten.

(we gaan er hier even vanuit dat de werkgever niet met PVT of OR heeft afgesproken dat de collectieve regeling geldt, lid c uit de wettekst).

In de tekst (a) staat dat als er meer dan 5,5 uur gewerkt wordt (en niet meer dan 10 uur, want dan geldt b) de arbeid onderbroken moet worden door een pauze van tenminste 30 minuten. Dat betekent dat ergens in het totale tijdvak dat een werknemer werkt (stel iemand werkt 8 uur), dan moet er in die periode ergens 30 minuten pauze zitten (en dat kan ook 2x 15 minuten zijn).

Let wel op: de pauze kan niet meteen bij aanvang van een dienst of helemaal aan het einde genomen worden. Zoals hierboven staat moet een dienst onderbroken worden door een pauze. Als je een dienst aanvangt en meteen pauze neemt, wordt de arbeid dus niet onderbroken (idem met aansluitend einde dienst).

Als de arbeid dus onderbroken moet worden en je mag niet direct bij aanvang of aan het einde van je werk een pauze nemen, wanneer dan wel ? Mag je bijv. na 5 minuten (of na 1 minuut al) na starten met werken, al je pauze nemen (dus bijv.: aanvang dienst, 5 minuten werken, dan 15 minuten pauze en vervolgens 6 uur arbeid) ? Het is heel kort, maar dan is de arbeid wel onderbroken, klopt dit?
Dat klopt, het is natuurlijk niet de bedoeling, maar de wetgever heeft dit niet nader gedefinieerd, dat er bijvoorbeeld een bepaalde minimale tijd na aanvang van de dienst of een maximale tijd voor het einde van de dienst in acht moet worden genomen.

Met welke chauffeurskaart mag ik welk type taxivervoer doen?

In onderstaand schema staat met welk type chauffeurskaart bepaald taxivervoer wel of niet gedaan mag worden:

Soort vervoerLWT-kaartChauffeurskaart beperkt**Chauffeurskaart volledig
LLV/GVV*JaJaJa
RegiotaxiJaNeeJa
StraattaxiNeeNeeJa
SchipholvervoerNeeNeeJa
WMOJaNeeJa
Zit. ziekenvervoerJaNeeJa
ValysJaNeeJa

*GGV staat voor groepsvervoer, meestal vervoer van bewoners van instellingen of mensen die naar de dagopvang gaan. Dat zijn net als LLV (dat voor leerlingenvervoer staat) vaste groepen.

**met de beperkte pas mag een chauffeur alleen vaste groepen, op vaste tijden en volgens dezelfde routes rijden. Denk hierbij aan groepsvervoer (bewoners van instellingen of mensen van/naar dagopvang) en leerlingenvervoer (kinderen van en naar school).

Hoe moet ik omgaan met een hulphond?

Het is niet toegestaan om hulphonden te weigeren in taxi voertuigen.

Dit is inmiddels ook wettelijk van kracht geworden, doordat Nederland op 14 juni 2016 het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap heeft geratificeerd. Dankzij dit Verdrag mogen assistentiehonden vanaf genoemde datum niet meer worden geweigerd in openbare ruimten, art. 9. Blindengeleidehonden, hulphonden, signaalhonden, honden voor mensen met PTSS (bijvoorbeeld veteranen) zijn enkele voorbeelden van assistentiehonden. Ook taxi’s mogen mensen met een assistentiehond niet weigeren in hun auto’s. Een excuus als allergie mag geen reden zijn om een persoon met assistentiehond niet mee te nemen. Dit verdrag gaat zelfs nog verder dan de algemene vervoersvoorwaarden taxi.

Dit alles is in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte verduidelijkt op grond van dit VN Verdrag en neergelegd in artikel 2:
“1. Het verbod van onderscheid houdt mede in dat degene, tot wie dit verbod zich richt, gehouden is naar gelang de behoefte doeltreffende aanpassingen te verrichten, tenzij deze voor hem een onevenredige belasting vormen.
2. Onder het verrichten van doeltreffende aanpassingen wordt in ieder geval verstaan het toelaten van assistentiehonden.”

Welke documenten moet ik verplicht bij me hebben (om bij een eventuele inspectie te kunnen tonen)?

Dat zijn de volgende documenten:

  • een geldige chauffeurskaart taxi
  • een geldig rijbewijs
  • kentekenbewijs voertuig (incl. APK keuring en verzekeringskaart)
  • in geval van straattaxi werk: taxi-informatiekaart, zie ook verdere info op de site van ILenT.
  • in geval van straattaxi: keuringsbewijs en het ijkrapport (overeenstemmingsbeoordeling) van de taxameter
Er wordt gevraagd om een VOG Kinderopvang, hoe zit dat?

Per 1 maart 2018 moet iedereen die woont of werkt op een plek waar kinderen worden opgevangen zich inschrijven in het personenregister kinderopvang. Taxichauffeurs, die vervoer verrichten op basis van een overeenkomst tussen een taxibedrijf en een kinderopvang organisatie, moeten in dit register worden opgenomen. Om daarin opgenomen te kunnen worden moet er een VOG Kinderopvang worden overlegd. De VOG en de continue screening die taxichauffeurs reeds hebben en ondergaan is niet afdoende.

In de bijlage is het antwoord op een aantal veelgestelde vragen te vinden.

Het kan zijn dat er in het veld soms wat wisselend met de regeling wordt omgegaan. Daarom adviseren we je het contact op te zoeken met de kinderopvang organisatie(s) waar je vervoer voor doet. Om van hen te horen hoe zij een en ander precies zien dan wel ingevuld willen hebben. En of er rondom de extra kosten van de VOG en registratie nadere afspraken zijn te maken.

De 'kortingsknop' die chauffeurs in sommige gevallen gebruiken voor een lager tarief, is verboden. Hoe zit dat?

Op basis van de regelgeving is het altijd mogelijk om korting te geven op tarieven of om een vast tarief overeen te komen met de reiziger. Dit staat los van de Boordcomputer Taxi (BCT). De aanwezigheid van een speciale knop hiervoor heeft te maken met de taxameter. Sommige chauffeurs hebben hiervoor een taxameter-module in de BCT, maar dit is afhankelijk van het merk en type. De BCT mag wel beschikken over een kortingsknop, de taxameter niet. In de BCT wordt het bruto ritbedrag alsmede de eventuele korting vastgelegd. Op een taxameter dus niet.

  • Je hebt een BCT en een taxameter, wat is het verschil?

Een taxameter is nodig voor chauffeurs actief in de opstapmarkt. Zij moeten zich ook houden aan de maximum regeling tarieven. In de taxameter staan de tarieven die de ondernemer hanteert. Deze loopt mee gedurende de rit, waardoor de klant ziet wat de ritprijs wordt. Er is een maximumtarief dat als starttarief gehanteerd mag worden, voor elke gereden kilometer en elke minuut. Ook is er een maximum voor het wachttarief. Wat ook mag in de opstapmarkt, is een vaste prijs afspreken. Ook als deze vaste prijs hoger uitvalt dan de ritprijs volgens de taxameter. Echter, dat mag alleen als voorafgaand aan de rit deze vaste prijsafspraak is gemaakt (aantoonbaar bijvoorbeeld d.m.v. ritboekingenbevestiging) en de klant er dus bewust zelf voor heeft gekozen.

De Boord Computer Taxi (BCT) registreert digitaal de pauzes, rust- en arbeidstijden van de taxichauffeur en registreert de kilometers. Dit werd voorheen gedaan door het met de hand invullen van werkmappen en rittenstaten. Sinds 1 februari 2015 moet elke taxi een BCT ingebouwd hebben. Er zijn op dit moment drie leveranciers die zijn goedgekeurd voor het leveren van een BCT. Dat zijn Cabman, Taxitronic en Quipment.

  • Mag gebruik van de kortingsknop niet meer?

De Europese Richtlijn voor Meetinstrumenten is aangepast en taxameters vallen daar onder, net als bijvoorbeeld kassa’s. Het is een nieuwe eis in die EU-wetgeving dat een korting niet meer gegeven mag worden op de manier zoals dat altijd werd gedaan. Dat heeft per 2018 dus ook gevolgen gehad voor taxi. De achtergrond hiervan zou fiscale fraude zijn. De wijziging, die vanwege fiscale fraude in andere op verzoek van andere landen dan Nederland tot stand gekomen. De Nederlandse overheid had geen moeite met de kortingsregeling. Bij de verandering is de branche niet betrokken geweest, pas achteraf werd dit duidelijk. Het geldt alleen voor korting geven aan het einde van ritten op de taxameter.

  • Waarom mag het niet van de wet?

Er was (in andere landen) sprake van fraude, waarbij na het afrekenen van het volle tarief alsnog een korting werd doorgevoerd om een deel van het ritbedrag buiten de boeken te houden. Voor de belastingdienst is de situatie nu dus transparanter.

Het zogenaamd ‘nultarief’ gebruiken mag overigens nog wel. Dat betekent dat je op een nultarief de rit doet, en na afloop van de rit een toeslag invoert. Dat maakt dan de ritprijs. Zo kun je een korting dus nog wel hanteren. Je mag ook lagere tarieven in de taxameter zetten. En dus op die manier een korting geven in de vorm van lagere taxametertarieven. Je mag ook werken met kortingkaarten. Bijvoorbeeld aan het einde van de rit een kaart door de lezer halen die dan korting geeft.

Verder kun je in de taxameter een tarief laten lopen waarin een korting met een x percentage bijvoorbeeld, al is verwerkt.

  • Hoe zit het bij besteld vervoer (via internet, telefoon of app)?

Bij bestelde ritten hoef je geen taxameter meer te gebruiken (sinds 2016), als je uitsluitend en alleen bestelde ritten doet. Je kunt dan helemaal je eigen systeem van prijsberekening toepassen. Als je het maar van te voren duidelijk maakt. Op je website of op een duidelijke manier in het voertuig. De overheid heeft ervoor gekozen om de taxameter alleen nog verplicht te stellen voor opstapwerk.

  • Hoe zit het met een BCT die gekoppeld is met een taxameter en een BCT die niet is gekoppeld?

De BCT’s en taxameters zijn in de meeste gevallen gekoppeld. Het zou alleen kunnen zijn dat chauffeurs dit zelf ontkoppelen.

Bij de Cabman BCT is de taxametermodule een sofware-component in de BCT die je wel of niet aan kunt zetten. Aanpassing van de wetgeving had dus vooral bij deze BCT’s gevolgen en hier is de ‘kortingsknop’ er uit gehaald. Er is dus een koppeling tussen taxameter en BCT en de ritprijs verschijnt automatisch op de ritbon die uit de BCT moet komen. In die situatie kun je ook nog een korting doorvoeren op de ritprijs. Je moet dan voor de fiscus goed administreren dat je dat doet, zodat die later bij een eventuele controle van je aangifte je niet beschuldigt van het wegpoetsen van een deel van je omzet.

Bovenstaand overzicht met vraag en antwoord bestaat uit algemene informatie. Ons advies is om ook met je BCT/taxameter leverancier contact op te nemen. Zij zijn in staat advies op maat te verschaffen.

Hoe zit het met klanten vervoeren van en naar het buitenland ?

Dit vervoer mag plaatsvinden met een Nederlands taxivoertuig mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. vervoer in gesloten rondritten, dat wil zeggen vervoer dat begint en eindigt in Nederland en dat wordt uitgevoerd met dezelfde auto waarbij over het gehele traject dezelfde reizigers worden vervoerd;
b. vervoer waarbij de heenreis naar het buitenland met reizigers en de terugreis naar Nederland, zonder reizigers geschiedt;
c. vervoer waarbij de heenreis naar het buitenland zonder reizigers geschiedt teneinde reizigers op te halen die worden vervoerd naar een bestemming in Nederland;
d. vervoer waarbij de heenreis naar het buitenland met reizigers geschiedt en waarbij de terugreis met andere reizigers geschiedt en de bestemming in Nederland ligt.

Simpel gezegd: als je bijv. een klant moet ophalen, die jou besteld heeft, op luchthaven Brussel die naar Nederland wil, kan dat. Of als je een klant vanuit Nederland naar luchthaven Aken wilt brengen mag dat ook. Wat niet mag is dat je wat rondrijdt in het buitenland en toevallig een opstapper meeneemt die naar Nederland wil, of dat je in bijvoorbeeld Duitsland een klant ophaalt die naar een ander adres in Duitsland toe moet. Dan moet je namelijk voldoen aan de in dat land geldende taxiwet- en regelgeving.


Ondernemer FAQ

Waar kan ik vinden welke taxiondernemers er zijn?

Via de website van Kiwa Register is een overzicht terug te vinden van alle bedrijven in Nederland die een taxivergunning hebben.

Mag ik een vaste ritprijs afspreken met een klant?

Dat mag, ook als de vaste prijs hoger uitvalt dan de ritprijs volgens de meter. Echter, het mag alleen als voorafgaand aan de rit deze vaste prijsafspraak is gemaakt en de klant er dus bewust zelf voor heeft gekozen.

Mag je zelf bepalen welke tarieven je gebruikt?

Dat hangt er van af: in welk deel van de taximarkt ben je actief ? In de zogenaamde opstapmarkt (werken vanaf een standplaats of klanten meenemen die op straat hun hand opsteken voor een taxi) geldt de maximum tariefstructuur. Bekijk de inhoud daarvan eens goed via deze site.

Wat is er nodig om taxiondernemer te worden?

Een inschrijving bij de KvK en een Verklaring omtrent Gedrag (VOG). Daarmee kun je via Kiwa Register een ondernemersvergunningaanvragen.

Hoe zit het met leasen van een taxi? En wie moet dan een taxivergunning hebben?

Bij ‘Operational lease’ kan de auto op naam van de leasemaatschappij geregistreerd worden. Die hoeft geen taxivergunning te hebben, maar er moet dan wel een ‘verklaring gezamenlijk gebruik’ ingevuld worden: klik hier om die verklaring te vinden.

Bij ‘Financial lease’ staat de auto op naam van de taxiondernemer – qua vergunning dus geen bijzonderheden. De leasemaatschappij hoeft geen taxivergunning te hebben.

Continue screening op de VOG: hoe werkt dat en wie krijgt eventueel een boete?

Er wordt na het behalen van de chauffeurskaart op de achtergrond telkens gecontroleerd of de chauffeur geen aantekening heeft gekregen op de VOG. Hoe werkt dat?

ILT maakt onderscheid in:

  • SCHORSING: In dat geval schorst ILT met onmiddellijke ingang de kaart waardoor de chauffeur geen taxivervoer mag verrichten. Dit betreft ernstige feiten (misdrijven) en ernstige verkeersdelicten.
  • INTREKKING: Via het proces CST (Continue Screening Taxi) ontvangt ILT maandelijks een lijst van COVOG met chauffeurs welke geen recht meer hebben op VOG Taxi maar wel nog geldige BCT-kaart bezitten. In die gevallen verzoekt ILT KIWA de kaart in te trekken. Dit kan enige tijd duren i.v.m. de inzet van rechtsmiddelen(beroep/bezwaar)

De kaart wordt niet in beslag genomen maar er geldt wel een inleverplicht van de kaarthouder bij schorsing/intrekking. ILT of politie neemt de kaart in namens de minister.

De chauffeur ontvangt per beschikking een intrekking- of schorsingsbesluit. Waar mogelijk informeert ILT de werkgever dat werknemer niet beschikt over geldige BCT-kaart. In zeer veel gevallen blijft echter ongewis of en wie werkgever is. ILT gaat niet proactief op zoek. De regelgeving AVG en de AP kennen de persoon veel bescherming toe.

Als een loondienstchauffeur niks kenbaar maakt en op de BSN verder rijdt, loopt dan de werkgever ook een risico dat deze bij controle een boete krijgt, of alleen de chauffeur ?

De bekeuring aan de werkgever is optioneel. Vervoerder wordt alleen beboet indien hij in zijn plicht verzaakt. In veel gevallen is de bestuurder ook de vervoerder overigens.

Zorg als werkgever/ondernemer dat je je zorgsysteem zo goed mogelijk afstemt op de risico’s in je bedrijf en blijf hierin proactief. Leg alles goed vast.

In die gevallen waar je als bedrijf als ‘normadressaat of verdachte’ wordt aangemerkt maak dan gebruik van je rechtsmiddelen en beroep je op ‘bemamitoe’ (arbeidstijden) of op juist uitgevoerde zorgplicht (bv. chauffeurskaart). In beide gevallen kun je met een goed uitgevoerd zorgsysteem dan je punt maken. Uiteraard heeft de rechter het laatste woord.

Hoe zit het met scootmobielen in de taxibus?

Passagiers mogen in geen geval in hun scootmobiel vervoerd worden; zij dienen plaats te nemen op een reguliere passagiersplaats in de taxi. De passagier van de scootmobiel wordt geacht zelf in te kunnen stappen, eventueel met hulp van de chauffeur. De scootmobiel kan mee als bagage, maar alleen als hij naar het oordeel van de chauffeur goed vastgezet kan worden. Als niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, dan zal een rit geweigerd moeten worden.

In de Code VVR (Veilig Vervoer van Rolsstoelgebruikers) staat een en ander uitgebreider beschreven. Klik hier voor meer informatie over de scootmobiel in de Code VVR.

Is het mogelijk om liggend vervoerd te worden in een taxi en gelden daarvoor dan speciale eisen?

Het is wettelijk gezien toegestaan om personen liggend te vervoeren. Daarvoor gelden wel de volgende voorwaarden:

  • Er is geen sprake van een medische indicatie voor ambulancezorg.
  • Er is geen sprake van een medische urgentie voor het vervoer.
  • De cliënt heeft tijdens het vervoer geen medische of verpleegkundige zorg nodig.

Op initiatief van KNV Zorgvervoer en Taxi is in 2022 een Stichting Liggend Zorgvervoer in het leven geroepen die een ‘Kwaliteitskader Liggend Zorgvervoer’ voorbereidt. Daarin komt uitgebreid te staan wat er verwacht mag worden van dienstverleners van liggend zorgvervoer.

Binnenkort gaat een chauffeur van mijn naar het buitenland. Moet ik daar melding van maken ivm de minimumloon regels die gelden in Duitsland?

Heeft u wel eens taxiritten naar Duitsland ? Dan is de volgende informatie voor u van belang!

Ondernemers die personen vervoeren in Duitsland dienen hun personeel volgens de Duitse
minimumloonnormen te betalen. Dit is vastgelegd in de Mindestlohngesetz (vaak afgekort tot
MiLoG). De verplichting geldt voor alle soorten van vervoer, behalve transitovervoer.

Meer informatie is hier te vinden.

 

Wat moet wel of niet wettelijk verplicht worden aangepast op je taxivergunning als er iets wijzigt in je bedrijf (bijvoorbeeld het bedrijfsadres, de naam van het bedrijf of de samenstelling van het bedrijf verandert) ?

Als je eenmaal een taxiondernemer bent en een taxivergunning hebt gekregen van Kiwa register, wordt elke 5 jaar opnieuw getoetst of je nog aan de voorwaarden van de vergunning voldoet.

Het kan zijn dat er tussendoor iets wijzigt in je bedrijf, misschien een andere bedrijfsnaam, of een nieuwe vennoot die er bij komt. Of je bedrijfsadres wijzigt. In sommige gevallen is het nodig dat je zo’n wijziging (vormvrij) doorgeeft aan Kiwa, in andere gevallen is het nodig dat je je formele taxivergunning ook laat aanpassen (en daarvoor dan ook kosten maakt).

Hieronder proberen we op hoofdlijnen uit te leggen wat wel en niet nodig is in welke situatie. Meer informatie kun je hier vinden: Wijziging vergunning | Kiwa Register.

De eerste vraag is: welke rechtsvorm heeft je bedrijf ? Is het bijv. een eenmanszaak of is het een BV ? Het kan namelijk uitmaken of je iets wel moet laten wijzigen op je vergunning of niet.

Kijk hier voor het stroomschema.

Klik hier voor de folder van iLT

Mag ik als ondernemer een dashcam gebruiken om vast te leggen wat er in en om mijn taxi gebeurt ?

Daar is niet eenvoudig een ‘ja’ of ‘nee’ op te geven. Formeel mag het, maar zijn er regels te volgen, waardoor het praktisch niet altijd heel gemakkelijk is. En ook aan het gebruik van de beelden zijn voorwaarden verbonden. Wat hierbij vooral van belang is: is er sprake van een gerechtvaardigd belang en hoe worden de privacy regels in acht genomen ? Is de camera alleen naar buiten gericht of worden chauffeur en/of passagiers ook gefilmd ? Via de deze link vind je meer informatie over het wel of niet mogen gebruiken van de camera in de taxi.

 

Mag je de taxi privé gebruiken als je nog op blauwe kentekenplaten wacht ?

De ondernemer heeft het voertuig al laten keuren voor taxi bij de RDW. Dan moet er nog een paar dagen gewacht worden op de brief waarmee er blauwe kentekenplaten gemaakt kunnen worden. Mag je tussen het moment van de keuring en het moment dat de blauwe platen erop zitten het voertuig wel gewoon gebruiken?

Het antwoord is NEE: in de permanente eisen staat namelijk beschreven dan een personenauto moet zijn voorzien van de juiste kentekenplaten. Voor een voertuig dat als taxi geregistreerd staat zijn dit de lichtblauwe, retro reflecterende, kentekenplaten. Dus kun je het voertuig zowel privé als voor taxivervoer niet gebruiken.

Als het voertuig dus is gekeurd als taxi, staat deze als zodanig geregistreerd en mag deze alleen gebruikt worden met de juiste – lichtblauwe, retro reflecterende – kentekenplaten.


Voertuig FAQ

Moet ik in elke taxi een vergunningsbewijs hebben?

Nee. Dat gold in het verleden wel, maar sinds de taxiwetgeving per 2016 op bepaalde onderdelen is aangepast hoeft dat niet meer. Wel moet u een relatie tussen het voertuig en de taxionderneming (vergunning) kunnen maken, maar dat kan via de BCT die in elke BCT verplicht moet zijn ingebouwd. De vraag die nog wel eens wordt gesteld is: moet ik de vergunningsbewijzen dan wel thuis of op de zaak hebben ? Ook dat is niet zo, u hoeft helemaal geen vergunningsbewijzen meer te hebben. Via de site van Kiwa Register wordt u nog wel de mogelijkheid geboden om vergunningsbewijzen aan te vragen, maar nodig is dit dus niet.

Mag ik met mijn taxi alleen taxivervoer doen?

Nee, niet per se. Je mag met je taxi ook ander vervoer doen. Je kunt er bijvoorbeeld privé mee rijden of pakjes mee vervoeren. Ook komt het wel eens voor dat een taxi wordt ingezet voor rijlessen. Of wordt uitgeleend aan een collega taxiondernemer. Van belang is dat je stil staat bij eventuele fiscale gevolgen van het doen van andersoortig vervoer. Kijk eens onder ‘Fiscale aspecten‘ (onder Overig op de homepage) voor meer informatie. En als je je taxi gebruikt om uitsluitend goederen te vervoeren, dan geldt de taxiwetgeving niet (het is immers geen taxivervoer).

Het komt ook nog wel eens voor dat een taxi of taxibusje wordt ingezet als ondersteuning in het OV. Bijvoorbeeld omdat een grote bus te weinig reizigers heeft en men voortaan een taxibusje inzet (die een bepaalde OV route rijdt). Of dat vanwege een OV/treinstremming een taxibusje wordt ingezet. Let in deze beide gevallen wel goed op. In de eerste situatie is het namelijk geen taxivervoer meer, maar OV. Maar in het tweede geval is het wèl gewoon taxivervoer.

Moet je nog bepaalde apparatuur in je taxi hebben?

Sommige apparatuur is voor alle taxi’s verplicht, andere hangt af van de markt waarin je werkt. Alle taxi’s moeten voorzien zijn van een Boord Computer Taxi (BCT). Hiermee registreer je je werktijden, pauzes en rusttijden, je gereden kilometers en je omzet. Ben je werkzaam in de opstapmarkt? Dan moet je altijd een taxameter in de taxi hebben. Hiermee wordt de ritprijs berekend voor een klant die ‘op de meter’ rijdt (dus waarmee geen vaste prijs vooraf is afgesproken). Werk je uitsluitend met vaste prijzen en niet in de opstapmarkt, of werk je in het contractvervoer? Dan is een taxameter niet verplicht.

Moet een taxi gekeurd worden?

Ja. Een voertuig die voor taxi gebruikt gaat worden moet gekeurd worden door de RDW. Er geldt namelijk een regeling waarin bepaalde inrichtingseisen terugkomen. Via de RDW kun je je taxi daar dus voor laten keuren. Je krijgt vervolgens een aantekening op het kentekenbewijs dat je taxi is goedgekeurd. Vervolgens moet je je taxi van blauwe platen voorzien. Daarnaast geldt dat je taxi elk jaar APK gekeurd moet worden.


Overige FAQ

Hoe zit de taxiwetgeving in andere landen in elkaar?

Onderzoeksbureau Grimaldi heeft eind 2016 in opdracht van de Europese Commissie een onderzoek gedaan naar taxi in de Europese Unie.

Het doel was om een overzicht te geven van de markt en de wet- en regelgeving t.a.v. taxi in de EU. Om tevens te achterhalen wat de belangrijkste veranderingen zijn, welke innovaties er zijn en wat de effecten daarvan zijn.

In het rapport komt dus als eerste terug wat de wet- en regelgeving is in alle 28 EU lidstaten. Daarnaast komt een markt analyse terug waarbij wordt ingegaan op de werkgelegenheid, omzet, lonen en andere karakteristieken zoals innovaties. Voor de volgende steden volgt er een diepte analyse in het rapport: Amsterdam, Brussel, Londen, Parijs, Rome, Stockholm, Warschau, and de grensstreek Wenen/Bratislava. Verder beschrijft het rapport de resultaten van consumenten onderzoek in de genoemde steden, waarbij ingegaan wordt op het gebruik, de voorkeur en de tevredenheid over de aangeboden service. Tot slot rondt het rapport af met conclusies en aanbevelingen.

Het volledige rapport is terug te vinden door hier te klikken.

Wat is illegaal taxivervoer? En kun je dat ergens melden?

Illegaal taxivervoer is taxivervoer dat niet voldoet aan de eisen uit de Wet Personenvervoer (WP2000). Het worden ook wel snorders genoemd. Of zwarte taxi’s. Het zijn personen die veelal in een privé auto op geel kenteken vervoer aanbieden tegen betaling, terwijl zij niet beschikken over de juiste papieren, of een gekeurd voertuig. De passagier loopt bij gebruik van zo’n snorder, bij een eventueel ongeluk, het risico dat er geen verzekering is afgesloten.

Mocht je illegaal taxivervoer tegenkomen en je wilt dat melden, dan kan dat bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), door hier te klikken. ILT houdt samen met de politie toezicht op illegaal taxivervoer.

Wat is taxivervoer eigenlijk?

Volgens Artikel 1 Wet personenvervoer 2000 (WP2000) wordt onder taxivervoer verstaan: personenvervoer per auto tegen betaling, niet zijnde openbaar vervoer. Dat is een erg brede definitie.

Er zijn dan ook uitzonderingen. Zo is volgens Artikel 2 Wet personenvervoer 2000 de wet niet van toepassing op vervoer van personen per auto, anders dan openbaar vervoer, indien de som van de betalingen voor dat vervoer de kosten van de auto en eventuele bijkomende kosten voor dat vervoer niet te boven gaat, tenzij vorenstaande wordt verricht in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de kosten van de auto en eventuele bijkomende kosten.

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) verstaat trouwens onder ‘betalingen voor dat vervoer’ álle betalingen voor het vervoer. Ongeacht van wie deze betalingen afkomstig zijn. In aanvullende regelgeving is vastgelegd wat onder kosten verstaan moet worden. In Artikel 3 Besluit personenvervoer 2000 staat dat onder de kosten van de auto worden verstaan de kosten van afschrijving, verzekering, motorrijtuigenbelasting en brandstof, alsmede onderhouds- en reparatiekosten. Als bijkomende kosten worden aangemerkt onkostenvergoedingen voor vrijwilligers tot een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag. In Artikel 1 Regeling onkostenvergoedingen vrijwilligers personenvervoer per auto is opgenomen dat over een periode van een jaar maximaal € 1.500,– per vrijwilliger vergoed mag worden.

Daarnaast is in Artikel 2 Besluit personenvervoer 2000 opgenomen dat de WP2000 niet van toepassing is voor een heel rijtje aan vormen van vervoer. De belangrijkste zijn:

  • vervoer met auto’s of bussen voor de uitvoering van trouwerijen of uitvaarten met inbegrip van het afhalen en terugbrengen van de deelnemers,
  • vervoer met vervoermiddelen die in gebruik zijn als onderdeel van een historische verzameling, voor zover het niet commercieel van aard is dan wel een geringe weerslag heeft op de vervoersmarkt,
  • vervoer met auto’s, voor eigen rekening en risico verricht door ondernemingen ten behoeve van hun werknemers, onderwijsinstellingen ten behoeve van hun leerlingen, kindercentra ten behoeve van kinderopvang als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang, tehuizen ten behoeve van hun vaste bewoners, alsmede verpleeginrichtingen, psychiatrische instellingen, medische verzorgingstehuizen, medische dagverblijven of soortgelijke instellingen ten behoeve van hun patiënten,
  • vervoer met auto’s, voor eigen rekening en risico verricht door buitensportondernemingen die uitsluitend omzet genereren uit het organiseren van buitensportactiviteiten, mits het vervoer onlosmakelijk is verbonden aan de buitensportactiviteiten en daarvoor geen aparte betaling plaatsvindt,
  • vervoer, verricht door bestuurders die chauffeursdiensten in een auto leveren aan consumenten die zelf in het bezit zijn van die auto,
  • vervoer van personen met een handicap in auto’s, ten behoeve van een meerdaagse vakantiereis die aan de specifieke behoeften van deze personen is aangepast.
Is er een keurmerk voor taxi's?

Ja. Er is het landelijk keurmerk TX en in een aantal steden gelden er lokale kwaliteitslabels (Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Breda en Den Bosch), die door lokaal ingerichte stichtingen worden afgegeven. Maar ook in enkele andere steden kunnen kwaliteitsregels gesteld worden voor ondernemers die op de opstapmarkt actief willen zijn. Denk aan Utrecht en Tilburg. Zie voor meer informatie onder ‘Overig’ en dan ‘Gemeente bevoegdheden’.

Wat is belangrijk bij het vervoer van rolstoelen?

Het allerbelangrijkste is dat de rolstoel en de klant goed vastgezet (kunnen) worden en dat er geen los materiaal in de taxi ligt. Gebeurt dat niet, dan is het leed niet te overzien. Een rolstoel die niet goed vaststaat, kan met gemak bij een noodstop dwars door de voorruit gaan. Meer weten? Bekijk dan op deze site de informatie over de code Veilig Vervoer Rolstoelgebruikers (VVR).

Welke specifieke fiscale aspecten zijn er?

De belangrijkste taxi specifieke fiscale aspecten zijn de vrijstelling MRB. Bekijk op deze site de informatie onder Fiscale aspecten (onder het kopje Overig van de homepage) voor een uitgebreidere toelichting.

Hoe gaan taxibedrijven om met klachten en geschillen?

Elke taxiondernemer is verplicht een klachtenregeling op te stellen. Ook dient de ondernemer kenbaar te maken aan een klant dat hij over een klachtenregeling beschikt. De manier waarop een ondernemer dat doet is niet voor alle vormen van taxivervoer hetzelfde.

Alle taxiondernemers zijn verplicht om zich aan te sluiten bij een geschillencommissie. Als een klant het niet eens is met de wijze waarop zijn of haar klacht is afgehandeld, ontstaat er mogelijk een geschil. De klant kan haar of zijn geschil dan voorleggen aan de geschillencommissie waarbij de taxiondernemer is aangesloten. Een taxiondernemer kan zelf een geschillencommissie inrichten, zolang deze aan de minimale voorwaarden voldoet die de wet daar aan stelt. Maar kan ook aangesloten zijn bij de Stichting Geschillencommissie Taxi (SGC).

De Geschillencommissie Zorgvervoer en Taxi staat los van de bestaande Geschillencommissie Taxivervoer van de Stichting Geschillencommissie Consumentenzaken (SGC). Deze commissie is bestemd voor TX-Keurmerkhouders en KNV Zorgvervoer- en Taxileden. Geschillen worden op dezelfde manier afgehandeld als voorheen. Meer informatie over deze nieuwe commissie is te vinden via de volgende link.

 

Kunnen gemeenten ook eisen stellen aan taxi's? En wat geldt op Schiphol?

Ja, gemeenten kunnen eisen stellen. Elke gemeente kan voor de zogenaamde opstapmarkt (werken vanaf standplaatsen en voor taxi’s die klanten meenemen die op straat hun hand opsteken) eigen regels stellen via een gemeentelijke taxiverordening. Alleen een aantal gemeenten zijn aangewezen om ook het meest vergaande pakket aan regels in te kunnen voeren (de zogenaamde toegelaten taxi organisaties (TTO’s)). De regels richten zich vooral op de chauffeur en de herkenbaarheid van de taxi. Bekijk ook eens de informatie onder Gemeente bevoegdheden (onder het kopje Overig op de homepage).

Op Schiphol geldt een afwijkende regeling. Taxi’s die op de standplaats willen staan kunnen dat alleen als ze concessiehouder zijn of als ze een aanvullende vervoerder zijn. Voor meer informatie over taxi’s op Schiphol klik hier.

Hoe zit de zorgvervoer- en taximarkt in elkaar?

De zorgvervoer- en taxisector in Nederland kan grofweg opgedeeld worden in de sectoren consumententaxi (ook wel straattaxi genoemd) en zorgvervoer (ook wel contractvervoer of doelgroepenvervoer genoemd).

Zorgvervoer maakt ong. 75% van het totale vervoer uit. Veel van dit vervoer wordt aanbesteed door gemeenten. Hieronder vallen de regelingen: leerlingenvervoer (vervoer van kinderen met een beperking of een bepaalde geloofsovertuiging van en naar een specifieke school), zittend ziekenvervoer (vervoer van rolstoelgebruikers en patiënten, van en naar ziekenhuizen, via de zorgverzekeraars), Valys vervoer (zogenaamd bovenregionaal vervoer t.b.v. ouderen en gehandicapten), Wlz vervoer (vervoer van ouderen en patiënten van en naar instellingen), WSW/Wia (vervoer van en naar werkinstellingen of in het kader van scholing t.b.v. werk) en Wmo/Regiotaxi (daar waar geen vaste OV bus meer rijdt, rijdt een vraagafhankelijk systeem en sociaal recreatief vervoer van veelal ouderen en mensen met een beperking). Ook het vervoer van huisartsen van en naar patiënten (zgn. HAP vervoer) valt onder het zorgvervoer. Of mensen die liggend vervoerd worden middels een ligtaxi.

De overige 25% (consumententaxi) gaat om particulieren die een taxi bestellen (telefonisch, via een app, of via internet), of een taxi nemen vanaf een standplaats bij bijvoorbeeld het station. Daarnaast is er ook nog het zakelijk vervoer (denk aan vervoer van VIP’s, directieleden, ministeries e.d.), dat hieronder valt.

Wat moet ik weten bij gebruik van de BCT?

De Boord Computer Taxi (BCT) registreert digitaal de pauzes, rust- en arbeidstijden van de taxichauffeur en registreert de kilometers. Er zijn op dit moment drie leveranciers die zijn goedgekeurd voor het leveren van een BCT. Dat zijn Cabman, Taxitronic en Quipment.

De BCT moet bediend worden door taxichauffeurs. Daarvoor heb je de chauffeurskaart voor nodig. Om als taxiondernemer toegang te krijgen tot de gegevens in de boordcomputer van je taxi’s heb je een ondernemerskaart nodig. Met de ondernemerskaart kun je de ritadministratie en de pauze, arbeids- en rusttijden inzien van alle chauffeurs en aan je onderneming koppelen.

Wil je meer weten over het juiste gebruik en bediening van de BCT ? Klik dan op dit document.

Wil je meer weten over de handreiking die KNV en ILT maakte voor werkgevers over BEMAMITOE en AVAS, klik dan hier.

Lees ook de folder ILT, hoe gebruik ik de BCT goed?

Ik gebruik de BCT, maar een rittenstaat kan soms handig zijn. Waar vind ik die?

Alle taxi’s moeten zijn voorzien van een Boordcomputer Taxi (BCT). De BCT registreert de ritgegevens en de arbeids- en rusttijden van de chauffeur. De chauffeur gebruikt hiervoor een persoonsgebonden chauffeurskaart in de BCT tijdens taxiwerkzaamheden. Een ondernemer kan alle data van zijn werknemers downloaden vanuit de BCT, via de ondernemerskaart. Wanneer de ILT een controle uitvoert op de BCT gebeurt dit met een inspectiekaart.

In het verleden werd dat in de werkmap en rittenstaat gedaan. Omdat de BCT er nu is, is de werkmap en de rittenstaat niet nodig. Maar er kunnen zich situaties voor doen dat een handmatige administratie handig kan zijn. Door hier te klikken, vind je een blanco rittenstaat die je hiervoor zou kunnen gebruiken.

Ik zit met vragen over de BCT, waar vind ik meer informatie ?

In de jaren 2014/2015 kwam er veel informatie beschikbaar door de introductie van de BCT, en zijn toen ook nodige vragen zijn gesteld vanuit ondernemers en chauffeurs. Deze antwoorden zijn veelal in 2024 nog steeds relevant.

Hieronder de antwoorden van het ministerie, de belastingdienst en de ILenT over de BCT.

Antwoorden ministerie Infrastructuur over Boordcomputer Taxi | TaxiPro

Antwoorden van Belastingdienst over de Boordcomputer Taxi | TaxiPro

Antwoorden van de ILT over de Boordcomputer Taxi | TaxiPro

Mag ik als vrijwilliger mensen vervoeren?

U mag als vrijwilliger mensen vervoeren, maar hier zijn wel regels voor. In 2024 mag u bijvoorbeeld maximaal € 2.100 krijgen aan onkostenvergoeding per jaar. Als u aan alle regels voldoet, hoeft u geen taxivergunning, chauffeurskaart of boordcomputer te hebben.

Voorwaarden voor vrijwilligersvervoer

Vervoert u als vrijwilliger mensen? Dan valt u tot een afgesproken grens niet onder de wet die geldt voor personenvervoer. De voorwaarden voor vrijwilligersvervoer zijn:

  • U mag per jaar een maximale onkostenvergoeding krijgen van € 2.100.
  • De kosten van het vrijwilligersvervoer mogen niet hoger zijn dan de kosten van de auto. En mogelijke bijkomende kosten.
  • Het werk heeft geen winstoogmerk. Het is in het algemeen of maatschappelijk belang. Vrijwilligersorganisaties moeten kunnen laten zien dat ze de kosten vergoeden met de ontvangen betalingen.
  • Uw vrijwilligersfunctie komt niet in plaats van een betaalde baan.
  • U mag het vervoer niet als beroep uitvoeren. Dus niet voor bestelapps, zoals Uber. Ook mag u geen contractvervoer uitvoeren. Contractvervoer is het in opdracht vervoeren van speciale groepen reizigers in een taxi. Bijvoorbeeld leerlingen, ouderen en mensen met een lichamelijke of mentale beperking.

Vrijwilligersvergoeding in 2024 maximaal € 2.100

Er geldt een maximum voor de vergoeding die u per jaar voor diensten mag krijgen. In 2024 is dat maximaal € 2.100. Dit bedrag geldt voor de inkomstenbelasting als ‘vrijwilligersvergoeding’.

Een organisatie kan u de maximale vrijwilligersvergoeding geven zonder dat u daarover belasting moet betalen. Voor vrijwilligersorganisaties geldt er geen maximaal bedrag (meer) dat zij per jaar mogen krijgen.

Ik ben op zoek naar cijfers en getallen over de taxibranche, waar kan ik dat vinden?

Er zijn verschillende bronnen waar informatie over de zorgvervoer en taxibranche is te vinden.

Op de site van het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM) vindt u de meeste recente cijfers over de sector zorgvervoer. Er is o.a. terug te vinden welke deelmarkten worden bediend, hoeveel voertuigen al zero emissie zijn en welke aspecten van belang zijn in de kosten van een bedrijf. Ga voor alle cijfers naar de site van AIM.

Voor cijfers over de Arbeidsmarkt maakt Sociaal Fonds Mobiliteit (SFM) jaarlijks een rapportage. Klik hier om de meest recente en ook oudere versies van de rapportages terug te vinden.

Ook op de site van het CBS zijn diverse publicaties terug te vinden met cijfers over de taxibranche. Gebruik de volgende link om naar een overzicht met rapporten te komen.

Begin 2022 publiceerde CE Delft een rapport over de werking van de Mia/Vamil regeling voor elektrische taxi’s en personenbussen. Meer informatie is hier te vinden.

Recent publiceerde onderzoeksbureau Rebel de resultaten van een onderzoek naar de financieel economische situatie na corona in de branche, met name consumentenmarkt.

ILT maakt jaarlijks ook bepaalde cijfers bekend over de sector, denk aan hoeveel vergunningen er zijn en hoeveel controles er worden gedaan. Hieronder de linkjes naar de rapporten.


Laatste nieuws in je inbox?

Oeps! We konden je formulier niet vinden.

Heb je nog vragen?

Subscribe

Loading